zondag 20 februari 2011

Something Raw, 2011 (3): Rituelen

"I find it hard to take silences sometimes / and then I will just talk", zingen Sudermann en Söderberg aan het eind van hun voorstelling A Talk. En dat vat het laatste uur van Something Raw in woord en daad samen. Zoals iedereen wel eens een pijnlijke stilte vult met stopwoordjes, of woorden betekenisloos maakt door ze te herhalen of er een riedeltje van te maken, zo voert het duo dat in het extreme door: het begint met klappen, stampen, in je vingers knippen en eindeloos dezelfde woordjes herhalen, en het eindigt met "talk talk talk talk talk talk talk talk". En tussendoor, bijna als een onderbreking, is er een gesprek, waarbij ze zich tot het publiek richten en vertellen wie ze zijn, uitleggen dat Jolika Sudermann nog aan de beterende hand is en dat haar stem daarom soms wat hapert - en dan, plotseling, vervallen ze in herhaling en neemt de onzin weer de overhand. Die situatie herhaalt zich een paar keer. Het is alsof je je bevindt in een uitvergrote stilte in het gesprek.

Ik moet denken aan iets wat Boris Groys schreef in e-flux, in een van twee nummers over de vraag "what is the contemporary":
Now, if we look at the current art scene, it seems to me that a certain kind of so-called time-based art best reflects this contemporary condition. It does so because it thematizes the non-productive, wasted, non-historical, excessive time ... We are confronted with a pure and repetitive ritual of wasting time—a secular ritual beyond any claim of magical power, beyond any religious tradition or cultural convention.
Hij geeft daarbij het voorbeeld van een vrouw die water van de ene beker in de andere giet en weer terug, in Francis Alÿs' Song for Lupita - maar je kunt ook denken aan de looped video van Marijke van Warmerdam waarin een vrouw in een zomerjurk keer op keer een handstand maakt.

Veel van de voorstellingen bij Something Raw zijn zulke rituelen. In The Kindness of Geometry staat een installatie centraal, bediend door twee monsterlijke dwergen, die een grote witte bal aan een slinger rondjes laat draaien boven het podium en daarbij blikkentrommeldondergeluid voortbrengt. Daartussen speelt zich een soort talkshow met de duivel af, opnieuw in een soort uitvergroot moment, maar dan het moment van doodgaan. In The Blanket Dance worden de dansers voortbewogen door aanraking: ze schuren langs de muren, kruipen over balken, glijden langs elkaar, en halen steeds meer objecten tevoorschijn onder een laag van dekens, die ze vervreemd vasthouden en aftasten. En in Tres Scripturae komen drie dansers af en aan, herhalen dezelfde figuren en bouwen daaruit steeds complexere bewegingssequenties, als geïsoleerde personages.



Het is een opmerkelijke gewaarwording om weer naar dans te kijken, in de zin van ritmische beweging op muziek in een choreografie. Ongeveer zoals wanneer je in een stuk moderne muziek een paar harmonische akkoorden hoort, en je realiseert hoe mooi en warm die klank eigenlijk is - juist doordat het is ingebed in een nieuwe en tegen-intuïtieve klankwereld.
Tres Scripturae is het enige stuk op Something Raw dat zich zonder reserves als "dans" laat beschrijven - al is het conceptuele dans, zonder spectaculaire sprongen en duiken. Beter nog zou je het kunnen beschrijven als een trio tussen de dansers, de pianist, en de lichtontwerper. Die laatste speelt een actieve rol op het podium, in de weer om de gordijnen die in het midden een kijkdoos vormen op te takelen en neer te laten, en de grote lamp die er boven hangt en de voorstelling kaal uitlicht hoger en lager te hangen, zo laag dat je de dansers als silhouetten ziet. Pianist Alain Franco speelt ondertussen zonder partituur en haast zonder pauzes stukken 20e-eeuws repertoire, Debussy, Webern, Ligeti, Zimmerman.
Met die zakelijke en minimalistische presentatie lijkt Tres Scripturae eerder modernistisch dan "contemporary". Maar de vraag is of dat onderscheid hier opgaat. Wat de choreografie van Étienne Guilloteau fascinerend maakt is juist het rituele karakter van de herhalingen, de gewijde maar toch volkomen gedemystificeerde sfeer waarin de voorstelling zich afspeelt. Het geheel draagt onmiskenbaar het stempel van P.A.R.T.S., maar het heeft niet het messcherp getimede karakter van bijvoorbeeld Anne Teresa de Keersmaeckers vroege werk op muziek van Steve Reich - je zou ook kunnen zeggen, Guilloteau heeft die virtuositeit niet nodig.

Geen opmerkingen: